SV | Maar Joab zeide tot hem: Gij zult dezen dag geen boodschapper zijn, maar op een anderen dag zult gij boodschappen; dezen dag nu zult gij niet boodschappen, daarom dat des konings zoon dood is. |
WLC | וַיֹּ֧אמֶר לֹ֣ו יֹואָ֗ב לֹא֩ אִ֨ישׁ בְּשֹׂרָ֤ה אַתָּה֙ הַיֹּ֣ום הַזֶּ֔ה וּבִשַּׂרְתָּ֖ בְּיֹ֣ום אַחֵ֑ר וְהַיֹּ֤ום הַזֶּה֙ לֹ֣א תְבַשֵּׂ֔ר כִּֽי־ [עַל־ כ] (עַל־כֵּ֥ן ק) בֶּן־הַמֶּ֖לֶךְ מֵֽת׃ |
Trans. | wayyō’mer lwō ywō’āḇ lō’ ’îš bəśōrâ ’atâ hayywōm hazzeh ûḇiśśarətā bəywōm ’aḥēr wəhayywōm hazzeh lō’ ṯəḇaśśēr kî-‘al ‘al- kēn ben-hammeleḵə mēṯ: |
Maar Joab zeide tot hem: Gij zult dezen dag geen boodschapper zijn, maar op een anderen dag zult gij boodschappen; dezen dag nu zult gij niet boodschappen, daarom dat des konings zoon dood is.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Maar Joab zeide tot hem: Gij zult dezen dag geen boodschapper zijn, maar op een anderen dag zult gij boodschappen; dezen dag nu zult gij niet boodschappen, daarom dat des konings zoon dood is.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!